Compensatie transitievergoeding bij beëindiging wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

Veel werkgevers laten op dit moment de arbeidsovereenkomst na de periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid (het moment waarop het opzegverbod bij ziekte en de loondoorbetalingsverplichting in beginsel eindigt) in stand om te voorkomen dat zij bij een opzegging van de arbeidsovereenkomst de transitievergoeding verschuldigd is. Rechtspraak laat zien dat dit zogenoemde ‘slapende-dienstverband’ is toegestaan. Aan het slapend in stand houden van de arbeidsovereenkomst kleven risico's. De zieke werknemer die op enig moment herstelt kan namelijk aanspraak maken op hervatting van (passend) werk en op (gedeeltelijke) loondoorbetaling.

Om onder meer dit ‘slapende-dienstverband’ tegen te gaan heeft Minister Asscher een wetsvoorstel opgesteld. Op basis van het wetsvoorstel houden werknemers die langdurig ziek zijn wel recht op een transitievergoeding en deze transitievergoeding moet ook nog altijd door de werkgever worden betaald, maar de werkgever ontvangt hiervoor een compensatie. De compensatie wordt verstrekt door het UWV WERKbedrijf vanuit het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf). De Awf-premie zal hierdoor omhoog gaan. 

In het wetsvoorstel wordt geen onderscheid gemaakt naar de wijze waarop de beëindiging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt. De hoogte van de compensatie is in beginsel gelijk aan de hoogte van de transitievergoeding.

De compensatieregeling zal volgens Minister Asscher naar verwachting ingaan op 1 januari 2019 en met terugwerkende kracht gaan gelden voor alle ontslagen wegens arbeidsongeschiktheid na 1 juli 2015. Het wetsvoorstel was voor advies aan de Raad van State gezonden en de Raad van State heeft hierover kritische vragen gesteld. De Raad van State vraagt zich af waarom er niet voor is gekozen om de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid helemaal af te schaffen. Het advies van de Raad van State is niet bindend. Het is dan ook de vraag of het wetsvoorstel nog zal worden aangepast voordat het daadwerkelijk zal worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Anderzijds is het kabinet sinds de verkiezingen van 15 maart 2017 demissionair en is het maar de vraag of het wetsvoorstel (ongewijzigd) zal worden behandeld in de Tweede Kamer.

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug