WETSVOORSTEL UBO-REGISTER INGEDIEND BIJ DE TWEEDE KAMER

Op 4 april 2019 is het wetsvoorstel “Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten” (hierna: het “Wetsvoorstel”) ingediend bij de Tweede Kamer. Het Wetsvoorstel introduceert een openbaar UBO-register waarin de uiteindelijk belanghebbenden  van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten dienen te worden geregistreerd.

Achtergrond en reikwijdte van het Wetsvoorstel        
Het Wetsvoorstel is onderdeel van de implementatie van de (gewijzigde) vierde Europese anti-witwasrichtlijn. Op grond van de (gewijzigde) vierde Europese anti-witwasrichtlijn dienen alle EU-lidstaten met ingang van 10 januari 2020 een UBO-register te hebben.

Een uiteindelijk belanghebbende (hierna: "UBO") wordt in het Wetsvoorstel gedefinieerd als: “de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit”.

De registratie van UBO-gegevens in het UBO-register dient inzichtelijk te maken wie het bij een organisatie voor het zeggen heeft. Het UBO-register dient bij te dragen aan het bestrijden van financieel-economische criminaliteit, zoals witwassen, financiering van terrorisme, corruptie en fraude.

Op grond van het Wetsvoorstel zal de UBO-registratieplicht voor de volgende entiteiten gaan gelden:

  • (niet-beursgenoteerde) B.V.’s en N.V.’s;
  • personenvennootschappen: maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen;
  • stichtingen, verenigingen, onderlinge waarborgmaatschappijen en coöperaties;
  • Europese naamloze vennootschappen;
  • Europese coöperatieve vennootschappen;
  • Europese economische samenwerkingsverbanden; en
  • rederijen.

De volgende entiteiten zijn op grond van het Wetsvoorstel uitgesloten van de UBO-registratieplicht:

  • (100 procent dochtermaatschappijen van) beursgenoteerde vennootschappen;
  • eenmanszaken;
  • kerkgenootschappen;
  • publiekrechtelijke rechtspersonen;
  • verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven;
  • verenigingen van eigenaars; en
  • enkele historische rechtspersonen (bijv. gilden).

Nederland dient op grond van de (gewijzigde) vierde Europese anti-witwasrichtlijn tevens een centraal register met informatie over de UBO’s van trusts en soortgelijke juridische constructies op te richten. Hiervoor zal een separaat wetsvoorstel worden opgesteld. Het register voor trusts en soortgelijke juridische constructies kent een langere implementatietermijn, namelijk tot 10 maart 2020.

Privacy
Het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten zal publiek toegankelijk zijn. Tegen een betaald tarief mag een ieder het register inzien.

Alleen de bevoegde autoriteiten en de Financiële inlichtingen eenheid kunnen in het UBO-register zoeken op natuurlijke personen. Andere instellingen en natuurlijke personen kunnen uitsluitend  op de naam van een vennootschap of andere juridische entiteit zoeken.

Een deel van de geregistreerde persoonsgegevens van de UBO wordt publiek toegankelijk. Dit betreft op grond van de tekst van het huidige Wetsvoorstel de volgende gegevens:

  • voor- en achternaam;
  • geboortemaand en –jaar;
  • woonstaat;
  • nationaliteit; en
  • de aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang (weergegeven in bandbreedtes, zoals 25% tot 50%).

In uitzonderlijke gevallen kan een UBO verzoeken de openbare gegevens af te laten schermen. Hierbij valt te denken aan situaties waarin een risico bestaat op ontvoering, chantage of geweld of indien de UBO minderjarig dan wel handelingsonbekwaam is. De door het Wetsvoorstel beoogde afscherming van de openbare gegevens ziet niet op de aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang. Dit gegeven is immers niet direct herleidbaar tot de betreffende UBO. Financiële instellingen, notarissen, aangewezen bevoegde autoriteiten en de Financiële inlichtingen eenheid zullen de openbaar afgeschermde UBO-gegevens altijd kunnen inzien.

Bevoegde autoriteiten en de Financiële inlichtingen eenheid zullen tevens toegang krijgen tot aanvullende gegevens. Dit betreft op grond van het Wetsvoorstel de volgende gegevens van de UBO:

  • geboortedag, -plaats en –land;
  • adres;
  • BSN/buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN);
  • afschrift van documentatie op grond waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd; en
  • afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft en waarmee de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang wordt aangetoond.

De verwerking van de persoonsgegevens in het UBO-register zal conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming plaatsvinden.

Kamer van Koophandel          
Het UBO-register gaat onderdeel uitmaken van het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De inschrijving van UBO’s in het UBO-register zal kosteloos kunnen geschieden. De entiteiten die onder de registratieplicht vallen, dienen de benodigde informatie zelf aan te leveren bij de Kamer van Koophandel. Wijzigingen dienen zo spoedig mogelijk te worden doorgegeven.

Het Wetsvoorstel dient nog door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer behandeld te worden. Gelet op de Europese implementatietermijn valt te verwachten dat UBO’s vanaf  januari 2020 ingeschreven kunnen worden in het UBO-register. Het UBO-register zal via de website van de Kamer van Koophandel openbaar worden. Vanaf de inwerkingtreding van de implementatiewet krijgen de Nederlandse registratieplichtige entiteiten 18 maanden de tijd om aan de UBO-registratieplicht te voldoen.

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug