Buitenlandse directe investeringen in Nederland: Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen en de algemene investeringstoets

Wetsvoorstel Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen (Verordening 2019/452/EU)
Op 22 juni 2020 is het wetsvoorstel Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen ingediend. Het doel van dit wetsvoorstel is het realiseren van alle noodzakelijke wettelijke maatregelen om op een effectieve wijze uitvoering te kunnen geven aan de verplichtingen van Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot het vaststellen van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen.
De hierboven genoemde verordening treedt per 11 oktober 2020 in werking, en vereist in het bijzonder de aanwijzing en inrichting van een contactpunt van waaruit vertrouwelijke informatie uitwisseling tussen EU lidstaten over mogelijk risicovolle directe investeringen uit derde landen kan worden gefaciliteerd. De verordening vereist dat iedere EU lidstaat informatie over dergelijke investeringen deelt met andere lidstaten wanneer mogelijk sprake is van nadelige invloed op de veiligheid en openbare orde van die andere lidstaten door een directe investering in de eigen EU Lidstaat.

Het wetsvoorstel introduceert geen nieuwe Nederlandse investeringstoetsen of screeningsmechanismen. Dit is immers geen verplichting die uit de verordening voortvloeit, maar mag naar eigen keuze worden ingevuld door de lidstaten.

Algemene investeringstoets
Naast het hierboven genoemde wetsvoorstel Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen, is een wetsvoorstel omtrent een investeringstoets op risico’s voor nationale veiligheid bij overnames en investeringen in voorbereiding. In de brief “Tegengaan Statelijke Dreigingen” d.d. 18 april 2019 kondigde de Minister van Justitie en Veiligheid aan dat het kabinet werkt aan een investeringstoets om de risico’s die voortvloeien uit overnames van en investeringen in (i) de vitale infrastructuur of (ii) bedrijven die hoogwaardige technologie ontwikkelen die raakt aan de nationale veiligheid, zo goed mogelijk te kunnen beoordelen en te kunnen mitigeren. Het gaat het kabinet om het voorkomen van risico’s aangaande de aantasting van continuïteit van de vitale processen, de aantasting van de integriteit en exclusiviteit van kennis en informatie die verbonden is aan vitale processen en hoogwaardig sensitieve technologie en het ontstaan van strategische afhankelijkheden. Om het bovenstaande te bewerkstellingen heeft het kabinet wetgeving in gang gezet, bestaande uit de volgende twee hoofdonderdelen:

  1. het introduceren van nieuwe investeringstoetsen en het gebruik maken van bestaande investeringstoetsen die zijn ingebed in sectorale wetgeving, zoals in het energiedomein en in de telecom; en
  2. het introduceren van een brede investeringstoets die zorgt voor een vangnet voor investeringen die niet door middel van sectorspecifieke wetgeving kunnen worden afgedekt.

Onderdeel van de voorgestelde wetgeving is een meldplicht voor bedrijven die binnen de reikwijdte van de investeringstoets vallen. De meldplicht geldt voordat de investering of overname plaatsvindt. Daarna zal een risicoanalyse worden uitgevoerd. Het doel hiervan is om meer zicht te krijgen op de mogelijke nationale veiligheidsrisico’s bij investeringen en overnames. Ook biedt het een wettelijk kader om de risico’s te beoordelen, te mitigeren en in het uiterste geval om investeringen en overnames tegen te houden. In een brief d.d. 2 juni 2020 deelde de Minister van Economische Zaken en Klimaat mede dat het kabinet voornemens is de investeringstoetsing met terugwerkende kracht in te voeren vanaf 2 juni 2020. Dit heeft tot gevolg dat overnames en investeringen die hebben plaatsgevonden na 2 juni 2020, na de inwerkintreding van de wet, met terugwerkende kracht getoetst kunnen worden wanneer daar aanleiding voor is.

Op 8 september 2020 is het conceptwetsvoorstel Wet toetsing economie en nationale veiligheid ter consultatie aangeboden. Verwacht wordt dat het wetsvoorstel voor het eind van 2020 zal worden ingediend. Wij houden u op de hoogte van eventuele ontwikkelingen.

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug