Het Arbeidsomstandighedenbesluit is tijdelijk gewijzigd in verband met de bestrijding van COVID-19 op de arbeidsplaats

In het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit) staan regels met betrekking tot de veiligheid, gezondheid en het welzijn op de arbeidsplaats. Zo staan in artikel 3.2 algemene vereisten waaraan de arbeidsplaats moet voldoen. Deze vereisten worden in verband met de COVID-19 pandemie tijdelijk aangevuld in artikel 3.2a. Ingevolge dit artikel moeten ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers met COVID-19 op arbeidsplaatsen noodzakelijke maatregelen en voorzieningen worden getroffen. Welke maatregelen en voorzieningen getroffen moeten worden hangt af van wat op de arbeidsplaats noodzakelijk wordt geacht. De werkgever dient dan ook de risico’s op de arbeidsplaats te inventariseren.

Tot de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen behoren in ieder geval:

  • Het in acht nemen van voldoende hygiënische voorzieningen;
  • Het geven van doeltreffende voorlichting en onderricht aan werknemers over de bestrijding van COVID-19 op de arbeidsplaats; en
  • Het houden van adequaat toezicht op de naleving van de hiervoor genoemde noodzakelijke maatregelen en voorzieningen.

Uiteraard zijn de meer algemene richtlijnen van het RIVM (handen wassen, afstand houden etc.) ook op de arbeidsplaats van toepassing. In de Nota van Toelichting worden in aanvulling hierop de navolgende voorbeelden genoemd: (i) het plaatsen van schermen; (ii) het aangeven van looproutes; (iii) het beperken van het aantal mensen op de arbeidsplaats; (iv) het ventileren van ruimten; (v) het ontsmetten van de arbeidsplaats; (vi) het ontsmetten van gereedschappen; en (vii) het dragen van gelaatsbescherming of het dragen van mondkapjes).

Het niet naleven van artikel 3.2a levert een beboetbare overtreding op.

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug