News
Wetsvoorstel inzake evenwichtige man/vrouwverhouding in de top van het Nederlandse bedrijfsleven aangenomen
Op 28 september jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen’ aangenomen. Het wetsvoorstel vloeit voort uit het SER-advies Diversiteit in de top: tijd voor versnelling [1] en treedt naar verwachting per 1 januari 2022 in werking. In het wetsvoorstel wordt onderscheid gemaakt tussen beursgenoteerde vennootschappen en grote venootschappen[2]: voor de circa 100 beursgenoteerde vennootschappen zal een ingroeiquotum worden gehanteerd en voor de 5000 grote vennootschappen in Nederland zal in de toekomst een streefcijferregeling gelden. Het een en ander zal hieronder kort worden toegelicht.
Beursgenoteerde vennootschappen
Beursgenoteerde ondernemingen zullen moeten voldoen aan een ingroeiquotum van ten minste een derde voor zowel vrouwen als mannen in hun raad van commissarissen. Voor ondernemingen met een monistisch bestuur geldt het quotum voor een derde van de niet-uitvoerende bestuurders. Zolang de raad van commissarissen (of de niet-uitvoerende bestuurders) niet voor ten minste een derde van het aantal leden uit vrouwen bestaat, kan in beginsel geen man kan worden benoemd (en vice versa). Als de persoon die wordt benoemd niet bijdraagt aan een evenwichtige samenstelling, leidt dit tot nietigheid van de benoeming. Dit zal echter geen gevolgen hebben voor de rechtsgeldigheid van besluiten.
Grote vennootschappen
Voor grote vennootschappen komt zoals gezegd een streefcijferregeling te gelden. Grote vennootschappen dienen zelf passende en ambitieuze doelen in de vorm van streefcijfers vast te stellen om zo de verhouding tussen mannen en vrouwen in het bestuur, de raad van commissarissen en nader te bepalen categorieën in leidinggevende functies evenwichtiger te maken. Indien sprake is van een monistisch bestuur, geldt de verplichting voor het bestuur als geheel. Grote vennootschappen dienen daarnaast concrete plannen te maken over de uitvoering van de doelen en transparant te zijn over het daarmee gemoeide proces. Het betreft bijvoorbeeld het opstellen of wijzigen van een profielschets en de inrichting van een transparant wervings- en selectieproces. Als de doelstellingen in het boekjaar niet worden behaald, moet daarvoor een verklaring worden geven en worden uitgelegd wat de vennootschap in de toekomst zal doen om de doelstellingen te halen. De benoeming als zodanig blijft wel geldig.
De Sociaal Economische Raad (“SER”) ontwikkelt een diversiteitsportaal waaraan de grote vennootschappen verplicht deel dienen te nemen.[3] Op basis van het diversiteitsportaal kan worden gemonitord of en in welke mate ze aan de streefcijferregeling voldoen. Daarnaast kunnen de vennootschappen hun voortgang spiegelen aan die van andere grote vennootschappen. De SER zal in de komende maanden meer details verstrekken.
Rol medezeggenschap
Medezeggenschapsorganen speelden al een rol bij het bevorderen van diversiteit in de onderneming en in de top. Zo kent artikel 28 lid 3 WOR de ondernemingsraad een rol toe in het tegengaan van discriminatie in het algemeen en het bevorderen van gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Door de inwerkingtreding van de wet krijgt de rol van de medezeggenschap bij het nastreven van een evenwichtige man/vrouwverhouding nog meer gestalte, nu het formuleren van doelstellingen onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad onderworpen zijn, bijvoorbeeld op basis van artikel 27 lid 1 sub e Wet op de ondernemingsraden.
Horizonbepaling
De wet wordt na vijf jaar geëvalueerd en heeft een vaste einddatum: acht jaar na inwerkingtreding vervallen het ingroeiquotum en de streefcijferregeling. Mocht voortzetting wenselijk zijn (al dan niet in aangepaste vorm), dan is er na de evaluatie voldoende tijd om daartoe een wetstraject te doorlopen.
[1] https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2019/diversiteit-in-de-top.pdf
[2] Eerstgenoemde betreft vennootschappen waarvan de aandelen of certificaten zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam, laatstgenoemde betreft vennootschappen die op twee opeenvolgende balansdata voldoen aan twee van de volgende drie criteria:
(i) de waarde van de activa bedraagt meer dan EUR 20 miljoen;
(ii) de netto-omzet is meer dan EUR 40 miljoen euro; en
(iii) het gemiddeld aantal werknemers is 250 of meer.
[3] https://www.ser.nl/nl/thema/diversiteit-en-inclusie/wat-betekent-wet-ingroeiquotum