News
WHOA: Preventieve herstructurering in Nederland
Vóór de invoering van de WHOA moesten schuldeisers en aandeelhouders unaniem met het onderhandse akkoord instemmen en kon één weigerende schuldeiser of aandeelhouder een kansrijke herstructureringspoging frustreren met een onvermijdelijk faillissement als gevolg. Sinds de invoering van de WHOA kan het bestuur van een vennootschap of een eventueel benoemde herstructureringsdeskundige het onderhandse akkoord aan de rechter ter bekrachtiging voorleggen, ook al hebben niet alle schuldeisers en aandeelhouders daarmee ingestemd. Na deze bekrachtiging, oftewel ‘homologatie’, zijn ook de niet- of tegenstemmende schuldeisers of aandeelhouders aan het akkoord gebonden. Het akkoord kan in een openbare of een besloten akkoordprocedure worden voorbereidt. De openbare akkoordprocedure wordt in het Insolventieregister en in de Staatscourant gepubliceerd. De besloten akkoordprocedure wordt daarentegen niet publiek gemaakt. In beide procedures kan een afkoelingsperiode voor een periode van maximaal 8 maanden worden afgekondigd, die de onderneming tijdens de voorbereidingen van de akkoordprocedure beschermd tegen verhaalsacties van schuldeisers.
Wat kan er allemaal worden afgesproken?
In principe kunnen in een akkoord alle soorten wijzigingen van de rechten van betrokken schuldeisers en aandeelhouders worden opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan de gehele of gedeeltelijke kwijtschelding, een Debt-to-Equity-Swap of het herstructureren van groepsgaranties. De enige rechten die door het akkoord niet mogen worden gewijzigd, zijn de rechten van werknemers die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten, zoals hun loonvorderingen of vorderingen van pensioenfondsen voor achterstallige pensioenpremies (aldus HR 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:328 (X / Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering).
Een mooi voorbeeld van een succesvolle akkoordprocedure is de homologatie van het akkoord van ADO Den Haag op 25 februari j.l. Met het akkoord werd een deel van de schulden van ADO Den Haag kwijtgescholden en verstrekte een nieuwe financier (Global Footbal Holdings Group SL) in ruil voor 100% van de aandelen een financiering die nodig was om het liquiditeitstekort te dekken. Ondanks dat een klein deel van de schuldeisers tegenstemde en een groot deel van de schuldeisers en aandeelhouders überhaupt niet gestemd had, kon het akkoord toch worden gehomologeerd.
Grensoverschrijdende herstructurering: erkenning binnen de EU
Ten opzichte van preventieve herstructureringsprocedures in andere landen, heeft de Nederlandse akkoordprocedure enkele voordelen. Zo heeft het bestuur van de vennootschap geen toestemming van de aandeelhoudersvergadering nodig voor het aanbieden van een akkoord en het uitvoeren van het gehomologeerde akkoord, is er per klasse schuldeisers of aandeelhouders ‘slechts’ een twee derde meerderheid nodig om met het akkoord in te stemmen, kan een akkoord al worden aangenomen indien de klasse met preferente schuldeisers met het akkoord heeft ingestemd en kan de rechter met de homologatie ook de toestemming geven voor de eenzijdige opzegging van een overeenkomst.
Voor grensoverschrijdende herstructureringen is het uiteraard van belang dat de akkoordprocedure en het gehomologeerde akkoord ook in andere landen erkend wordt. Sinds 9 januari 2022 geldt dat de openbare akkoordprocedure van de WHOA binnen de EU automatisch erkend wordt op grond van de Insolventieverordening, omdat deze procedure is opgenomen in Bijlage A van die verordening. Anders dan in de besloten akkoordprocedure kunnen echter alleen vennootschappen die hun centrum van de voornaamste belangen, de zogenoemde COMI, in Nederland hebben deze openbare akkoordprocedure beginnen.
Het toepassingsgebied van de Nederlandse besloten akkoordprocedure voor vennootschappen reikt verder dan deze COMI. Voor deze procedure geldt dat een vennootschap haar statutaire zetel in Nederland moet hebben of anderszins voldoende met de Nederlandse rechtssfeer verbonden moet zijn. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval indien een groot deel van de activa van de vennootschap zich in Nederland bevindt, indien de te herstructureren schulden voortvloeien uit verbintenissen waar het Nederlandse recht op van toepassing is of indien de vennootschap deel uit maakt van een voornamelijk Nederlandse groep. Of de besloten akkoordprocedure binnen de EU op grond van de Insolventieverordening of wellicht de Brussels Ibis-verordening erkend is op dit moment nog onduidelijk.