News
Implementatiewet Europese Mobiliteitsrichtlijn treedt in werking
Op 1 september 2023 zal de Wet Implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen in werking treden (de “Implementatiewet”). Deze wet ziet op de implementatie van de Europese Richtlijn (EU) 2019/2121 (de “Mobiliteitsrichtlijn”) die op 1 januari 2020 in werking is getreden en reeds op 31 januari 2023 had moeten zijn omgezet in nationale wetgeving. De Mobiliteitsrichtlijn heeft ten doel het bevorderen van de vrijheid tot vestiging van kapitaalvennootschappen binnen de Europese Unie (“EU”), terwijl tevens de rechten van belanghebbenden worden versterkt. Dit wordt bewerkstelligd door nieuwe regels voor grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen te introduceren en de reeds bestaande regels omtrent grensoverschrijdende fusies aan te passen.
Op dit moment kent Nederland nog geen wettelijke regeling voor grensoverschrijdende omzetting en splitsing, al vinden deze in de praktijk al wel plaats, op basis van rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU. Het gebrek aan een wettelijk kader maakt de implementatie van grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen echter lastig en leidt tot rechtsonzekerheid en daarom is een wettelijke regeling zeer wenselijk.
De Mobiliteitsrichtlijn is niet van toepassing op andere rechtspersonen dan kapitaalvennootschappen. Omdat de Implementatiewet hetzelfde toepassingsbereik heeft als de Mobiliteitsrichtlijn, in Nederland alleen naamloze en besloten vennootschappen onder de regeling. Voorts geldt dat de overige bij de fusie, splitsing of omzetting betrokken vennootschappen kapitaalvennootschappen moeten zijn die zijn opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de EU of van de Europese Economische Ruimte. In geval van splitsingen bepaalt de Implementatiewet dat een grensoverschrijdende splitsing naar een bestaande vennootschap niet mogelijk is zodat enkel splitsingen naar een ter gelegenheid van de splitsing opgerichte nieuwe verkrijgende vennootschappen zijn toegestaan.
Het proces omtrent grensoverschrijdende fusies, splitsingen en omzettingen kent drie fasen:
- de voorbereidende fase, onder meer bestaande uit het opstellen van een voorstel, een schriftelijke toelichting en een kennisgeving aan aandeelhouders, werknemers en crediteuren, en het ter inzage leggen van relevante documenten;
- de besluitvormende fase, waarin de algemene vergadering een besluit neemt omtrent de voorgestelde grensoverschrijdende verrichting; en
- de uitvoerende fase, welke het afgeven van het pre-verrichtingsattest en het slotattest, het passeren van de notariële akte en het doen van de noodzakelijke opgaven bij het handelsregister en overige openbare registers omvat.
De notaris wordt in het wetsvoorstel aangewezen als de in Nederland bevoegde instantie om het pre-verrichtingsattest en het slotattest af te geven. In verband met het pre-verrichtingsattest zal de notaris onder meer een fraudetoets moeten uitvoeren, welke toets in de bestaande wettelijke regeling omtrent grensoverschrijdende fusies niet voorkomt. Als de notaris vaststelt dat de voorgestelde fusie, splitsing of omzetting wordt gebruikt voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden, moet hij weigeren het pre-verrichtingsattest af te geven waarmee de voorgestelde grensoverschrijdende verrichting geen doorgang kan vinden.
De Mobiliteitsrichtlijn voorziet ook in bepaalde waarborgen voor aandeelhouders, werknemers en crediteuren.
Waarborgen voor aandeelhouders
Aandeelhouders die tegen het besluit tot de voorgestelde grensoverschrijdende fusie, splitsing of omzetting hebben gestemd hebben een uittreedrecht. Daarnaast hebben aandeelhouders het recht om nadat het besluit tot de grensoverschrijdende verrichting is genomen de volgende onderdelen van het voorstel aan te vechten bij de Ondernemingskamer als zij die onredelijk vinden:
- de vergoeding voor de aandelen (de schadeloosstelling) indien door de aandeelhouders van het uittreedrecht gebruik is gemaakt; en
- de ruilverhouding van de aandelen, of wel het aantal aandelen in een verkrijgende vennootschap dat aan de aandeelhouders toegekend wordt in ruil voor de door hen gehouden aandelen in de fuserende of splitsende vennootschap.
Waarborgen voor crediteuren
Indien crediteuren het niet eens zijn met de in het voorstel opgenomen waarborgen, zoals garanties en pandrechten, hebben zij de mogelijkheid aanvullende waarborgen (zoals een bankgarantie of een pandrecht) af te dwingen. Crediteuren kunnen in verzet komen door het indienen van een verzoek bij de rechtbank waarin wordt aangegeven welke waarborg van de vennootschap wordt verlangd. Het verzet moet binnen drie maanden na openbaarmaking van het verrichtingsvoorstel worden ingediend.
Waarborgen voor werknemers
In geval van een grensoverschrijdende fusie zal, vaker dan voorheen, de vennootschap met haar werknemers in onderhandeling moeten treden om overeenstemming te bereiken over de ‘rechtspersonenrechtelijke werknemersmedezeggenschap’ in de vennootschap na de grensoverschrijdende fusie. Hiermee wordt bedoeld het recht om invloed uit te oefenen op de samenstelling van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan (in Nederland met name relevant voor vennootschappen waarop de structuurregeling). Een gelijksoortige regeling zal gelden voor de grensoverschrijdende splitsing en omzetting.