News
Het (preprocessuele) inzagerecht: uitsluitbaar?
1. Inleiding
Over het nieuwe bewijsrecht – dat begin 2025 in werking is getreden – is al veel gezegd en geschreven. Eén van de meest in het oog springende wijzigingen is de introductie van het preprocessuele inzagerecht. Daarmee kan een partij gegevens – zoals schriftelijke stukken en elektronische informatie – opvragen bij een wederpartij of derde, zonder tussenkomst van de rechter. De wederpartij en derde zijn in beginsel verplicht hieraan mee te werken. Onder het oude recht ontstond het inzagerecht pas wanneer dit door de rechter was beslist in een procedure. Een tot nog toe onbeantwoorde vraag is of en in hoeverre het (preprocessuele) inzagerecht kan worden uitgesloten. Met andere woorden: kunnen partijen afspreken dat zij niet verplicht zijn mee te werken aan een (toekomstig) informatieverzoek?
2. Kan het inzagerecht worden uitgesloten?
Partijen kunnen contractueel afwijken van het wettelijke bewijsrecht. Die mogelijkheid ligt besloten in de bewoordingen van artikel 153 Rv en vloeit voort uit de partijautonomie van partijen: het recht van partijen om te bepalen of en in hoeverre zij hun geschil aan de rechter voorleggen en welke bewijsregels daarbij gelden.
Wel kent de partijautonomie grenzen. Op basis van artikel 153 Rv blijft een overeenkomst waarbij van het wettelijke bewijsrecht wordt afgeweken buiten toepassing wanneer:
- Die betrekking heeft op bewijs van feiten waaraan het recht gevolgen verbindt die niet ter vrije bepaling van partijen staan.
- Een beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Eén en ander hangt af van de aard van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval.
Kortom, als onderdeel van het bewijsrecht, kunnen partijen binnen zekere grenzen ook een uitsluiting van het inzagerecht overeenkomen. Bij een overschrijding van die grenzen – in verband met een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar beroep op uitsluiting – valt te denken aan een eenzijdige uitsluiting van het inzagerecht ten gunste van de ene partij en ten koste van de andere, met een onaanvaardbaar zwakke rechtspositie voor die laatste tot gevolg.
3. Hoe en in welk geval kan het inzagerecht worden uitgesloten?
Partijen kunnen het inzagerecht uitsluiten door een bewijsovereenkomst te sluiten. Verschillende vormen zijn denkbaar:
- Via een afzonderlijke overeenkomst, specifiek gericht op het uitsluiten van het inzagerecht.
- Als onderdeel van een meeromvattende overeenkomst, zoals een distributieovereenkomst of een koopovereenkomst van aandelen.
- In algemene voorwaarden.
In commerciële verhoudingen (B2B) zijn al deze vormen van uitsluiting in beginsel toegestaan. In verhoudingen tussen bedrijven en consumenten (B2C) ligt dit echter anders wanneer de uitsluiting in algemene voorwaarden is opgenomen. Een dergelijke bepaling wordt namelijk aangemerkt als een onredelijk bezwarend beding en is daardoor vernietigbaar.
Buiten de algemene voorwaarden om blijft de toepasselijkheid van bewijsovereenkomsten – zowel in B2B- als B2C-verhoudingen – begrensd door de hiervoor omschreven maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Partijen kunnen het inzagerecht grofweg op twee momenten uitsluiten:
1. Bij het aangaan van een rechtsbetrekking, wanneer zij hun onderlinge rechtsverhouding regelen.
2. Nadat een geschil is ontstaan.
Laatstgenoemde is vooral een theoretische optie, aangezien partijen in een conflict (doorgaans) niet snel geneigd zullen zijn hun recht op inzage prijs te geven. Indien een partij uitsluiting van het inzagerecht wenst, verdient het daarom aanbeveling dit bij het aangaan van een rechtsbetrekking overeen te komen, daar de wederpartij in dat stadium eerder bereid is daaraan mee te werken.
4. Waarom het inzagerecht uitsluiten?
Partijen kunnen verschillende redenen hebben om het inzagerecht uit te sluiten, waaronder:
- Voorkomen van discussies over de reikwijdte van het inzagerecht: uitoefening van het inzagerecht kan leiden tot een verschil van inzicht over welke gegevens wel of niet verstrekt moeten worden.
- Bescherming van vertrouwelijke informatie: het uitsluiten van het inzagerecht waarborgt vertrouwelijkheid van strategisch of commercieel waardevolle gegevens.
- Minimaliseren kosten: het verstrekken van gegevens kan de nodige interne en juridische kosten met zich brengen, vooral bij een omvangrijk inzageverzoek. Uitsluiting van het inzagerecht helpt die kosten te minimaliseren.
5. Conclusie
Samenvattend: uitsluiting van het inzagerecht is binnen zekere grenzen toegestaan. Dat kan middels een bewijsovereenkomst vastgelegde in een aparte overeenkomst, meeromvattende overeenkomst of algemene voorwaarden. Het verdient aanbeveling de uitsluiting van het inzagerecht bij het aangaan van een rechtsbetrekking overeen te komen. Uitsluiting voorkomt discussies over de reikwijdte ervan, beschermt vertrouwelijke informatie en minimaliseert kosten, zowel voorafgaand aan als tijdens een geschil.
Meer weten? Wij staan graag voor u klaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rick Dijksterhuis.