Eerste Kamer neemt implementatiewet voor het UBO-register aan

Op 23 juni jl. heeft de Eerste Kamer de implementatiewet voor de invoering van het UBO-register aangenomen. Na inwerkingtreding van de wet wordt het voor alle onder Nederlandse recht opgerichte rechtspersonen en personenvennootschappen verplicht om informatie te verstrekken over hun uiteindelijke belanghebbenden (UBO’s). Voor bestaande entiteiten geldt een overgangstermijn van 18 maanden na inwerkingtreding van de wet waarbinnen zij moeten voldoen aan de verplichting om hun UBO’s te registreren. Nieuw op te richten entiteiten zullen echter direct na inwerkingtreding van de wet hiertoe verplicht zijn.

Naar verwachting zal de wet in het najaar van 2020 in werking treden. Zodra de datum van inwerkingtreding is vastgesteld, zullen wij u hieromtrent informeren.

Hieronder geven wij aan voor welke entiteiten de verplichting tot registratie van een UBO geldt, wie als UBO dient te worden aangemerkt en welke informatie betreffende een UBO moet worden verstrekt.

Welke entiteiten zijn verplicht tot het registreren van UBO-informatie?

  • Besloten vennootschappen (BV) en naamloze vennnootschappen (NV), met uitzondering van beursvennootschappen die zijn onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in de Europese transparantierichtlijn of vergelijkbare internationale standaarden, alsmede directe en indirecte 100% dochtermaatschappen van dergelijke beursvennootschappen;
  • Stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;
  • Maatschappen, commanditaire vennootschappen (CV’s), vennootschappen onder firma (Vof’s) en rederijen;
  • Europees economische samenwerkingsverbanden (EESV’s);
  • Europese naamloze vennootschappen (SE’s) en Europese coöperatieve vennootschappen (SCE’s) met statutaire zetel in Nederland; en
  • Kerkgenootschappen.

Entiteiten opgericht naar het recht van een ander land hoeven geen UBO-informatie te registreren, ook niet als zij een vestiging in Nederland hebben.

Wie kwalificeert als UBO?

In het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 is aangegeven welke categorie natuurlijke personen in elk geval wordt beschouwd als UBO.

Hierbij geldt voor de NV en de BV dat als UBO’s worden aangemerkt de natuurlijke personen die (direct of indirect) meer dan 25% van de aandelen, de stemrechten of het eigendomsbelang houden in de vennootschap, of die op een andere wijze uiteindelijk eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de vennootschap. Voor andere entiteiten gelden vergelijkbare criteria. Wanneer in geval van een BV of NV geen UBO kan worden achterhaald, dient (een lid van) het bestuur als (pseudo) UBO(‘s) te worden aangemerkt. In geval van een CV zullen dit de beherend vennoten zijn.

Welke informatie moet ter registratie in het UBO-register worden verstrekt?

De volgende informatie van de UBO wordt opgenomen in het register en is publiek toegankelijk:

  • naam;
  • geboortemaand, geboortejaar, woonstaat en nationaliteit;
  • aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang.

Daarnaast moet ook de volgende niet publiek toegankelijke UBO-informatie worden geregistreerd:

  • geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres;
  • BSN / buitenlands fiscaal identificatienummer;
  • afschriften van documenten op grond waarvan de persoonsgegevens betreffende de UBO zijn geverifieerd;
  • afschriften van documenten waaruit de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang blijken (in bandbreedtes van telkens 25%).

Deze niet publiek toegankelijke informatie is alleen toegankelijk voor de Financiële inlichtingen eenheid (FIU) en bepaalde bevoegde autoriteiten zoals de politie, het OM, de DNB en de AFM.

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug