Arbeidsrechtelijke (wets-)wijzigingen en andere arbeidsrechtelijke ontwikkelingen per 1 juli 2021

Ook dit jaar is op 1 juli 2021 weer een aantal belangrijke (wets-)wijzigingen en andere ontwikkelingen van kracht gegaan op het gebied van arbeidsrecht. We hebben de belangrijkste hieronder uiteengezet

Verlenging NOW en coulanceregeling onbelaste reiskostenvergoeding

De volgende ronde van de NOW, de zogenoemde NOW 4, is op 1 juli 2021 van start gegaan. NOW 4 en de coulanceregeling voor onbelaste reiskostenvergoedingen voor thuiswerkers lopen door tot 1 oktober 2021.


De voorwaarden van NOW 4 blijven grotendeels gelijk aan de voorwaarden uit de vijfde tranche van NOW 3. Zo geldt de 20% drempel voor omzetdaling nog steeds, blijft de forfaitaire opslag 40%, bedraagt de subsidie wederom maximaal 85% van de totale loonsom en blijft de maximale vergoeding per werknemer twee keer het maximum dagloon. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid om te reorganiseren doorgezet en mag de totale loonsom in de subsidieperiode wederom met 10% dalen ten opzichte van de referentiemaand.


Wat wél verandert ten opzichte van de NOW 3 is de referentiemaand van de loonsom. Dit wordt februari 2021. De referentiemaand is relevant voor de berekening van de NOW-subsidie en voor de beoordeling of de loonsom in de subsidieperiode (te veel) is gedaald. De nieuwe referentiemaand kan zowel voor- als nadelig uitpakken. Voordelig omdat gedurende de maand februari 2021 strenge coronamaatregelen van kracht waren die in de subsidieperiode (juli-september 2021) grotendeels zijn opgeheven. Daardoor zullen werkgevers over het algemeen minder snel te maken krijgen met een loonsomdaling (als gevolg waarvan de definitieve NOW subsidie lager kan uitvallen). Dat tijdens de nieuwe referentiemaand strenge coronamaatregelen van kracht waren kan ook nadelig zijn, omdat de uit te keren NOW-subsidie wordt gebaseerd op de loonsom in die referentiemaand.


Aangepaste regelgeving voor aanbod vaste arbeidsomvang aan oproepkrachten

Met de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans op 1 januari 2020 is bepaald dat een oproepkracht jaarlijks een aanbod voor een vaste arbeidsomvang moet krijgen dat gelijk is aan het gemiddeld aantal uren per maand over de verstreken 12 maanden. Er was echter onduidelijkheid over de ingangsdatum van de vaste arbeidsomvang als de werknemer dit aanbod zou aanvaarden. Derhalve is per 1 juli 2021 de volgende zinsnede toegevoegd aan het betreffende wetsartikel: “Het aanbod betreft een vaste arbeidsomvang die uiterlijk ingaat op de eerste dag nadat twee maanden zijn verstreken steeds nadat de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd.” De vaste arbeidsomvang gaat dus in op uiterlijk de eerste dag na de veertiende maand van de betreffende periode.


Verval wettelijke vakantiedagen 2020

De overgebleven wettelijke vakantiedagen (10 dagen bij een fulltime dienstverband) over het jaar 2020 zijn per 1 juli 2021 komen te vervallen. Let wel: de vervaldatum geldt alleen als de werkgever de werknemer hierover heeft geïnformeerd.


Hoger minimumloon en nieuwe rekenregels

Het wettelijk minimumloon is op 1 juli 2021 met 17 euro bruto per maand omhoog gegaan. Werkgevers betalen nu minimaal EUR 1701 euro bruto (excl. vakantietoeslag) aan werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband. Door de stijging van het wettelijk minimumloon zijn ook de daglonen van de uitkeringen aangepast.

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug